Jaloezie

Wat is het?
Jaloezie is een complexe emotie, waarin allerlei gevoelens een rol spelen, zoals woede en angst. Het is erg moeilijk om een kind op te voeden zonder dat het jaloers is. Er zijn veel verschillende situaties waarin een kind jaloers kan zijn. Bijvoorbeeld als een ander kind veel aandacht van de leerkracht krijgt of als een vriendje in de belangstelling staat. Kinderen kunnen ook jaloers zijn op speelgoed of kleding van anderen. Jaloezie hoort er nu eenmaal bij.

Kinderen kunnen niet altijd duidelijk vertellen wat ze voelen en waarom. Zij uiten hun gevoelens dan op de volgende manier:

  • ruzie maken met andere kinderen;
  • agressief gedrag;
  • spullen van andere kinderen afpakken of pikken;
  • huilen als een ander kind aan hun spullen komt;
  • aandacht vragen op onmogelijke momenten;
  • boos worden als ze geen aandacht krijgen wanneer ze er om vragen;
  • aandacht vragen door opvallend gedrag, bijvoorbeeld luidruchtig zijn;
  • huilerig en zeurderig zijn;
  • uit hun doen zijn;
  • terugvallen in een vroeger ontwikkelingsstadium; het kind wordt bijvoorbeeld weer onzindelijk, gaat weer duimzuigen, wil niet meer zelf eten, krijgt driftbuien, klampt zich vast aan de ouder en eist aandacht op.

Hoe krijg je het?
De grootste behoefte van kinderen is het krijgen van liefde en aandacht. Dat verschaft zekerheid en een gevoel van eigenwaarde. Deze eigenwaarde hebben ze nog niet van zichzelf; ze zijn afhankelijk van hun opvoeders. Meestal ontstaat jaloersheid dan ook doordat ze denken dat een ander kind van hun opvoeders meer aandacht en liefde krijgt dan zijzelf. Een speciale vorm is afgunst om materiële zaken en statussymbolen, vooral bij kinderen van wie de omgeving hierop ook sterk de nadruk legt.

Hoe kleiner de kinderen zijn, des te begrijpelijker het is dat ze razend jaloers kunnen zijn. Kinderen zijn tot een jaar of 4 à 5 heel egocentrisch ingesteld. Ze zien zichzelf als middelpunt van de wereld en willen het liefst alles bezitten. Kinderen denken heel concreet over ‘houden van’. Voor hen betekent dat: iets krijgen, zoals bijvoorbeeld eten, drinken of aandacht.

Het kind ziet dingen die andere kinderen kunnen en mogen en beseft dat het zelf die dingen nog niet kan en niet mag. Dit geeft een gevoel van frustratie. Wij noemen dat jaloezie. Deze vorm van jaloezie hoort bij het groter worden van het kind. Het is een normale vorm van jaloezie.

Een gezonde dosis jaloezie prikkelt het kind om dingen zelf te ondernemen en stimuleert de ontwikkeling van het kind.

Wat kun je als leerkracht doen?

ga direct in op het gedrag als het kind gooit of slaat. Maak gebruik van gebaren en woorden. Zorg dat het kind aan je stem en mimiek duidelijk merkt wat je bedoelt en dat je het ook meent;

geef het kind geen straf voor jaloers gedrag, want daarmee bevestig je zijn gevoel dat men niet meer van hem houdt. Dit versterkt tevens het jaloeziegevoel;

geef het kind geen extra aandacht op het moment zelf. Daarmee leer je het kind dat jaloeziegevoelens en aandacht vragen geen extra aandacht opleveren. Op die manier zal de jaloezie sneller verdwijnen;

probeer te ontdekken waar de jaloezie vandaan komt. Als je weet wat er achter het vervelende gedrag zit, kun je vermijden dat het kind het gevoel krijgt dat men echt niet meer van hem houdt. Sommige kleuters reageren op andere kinderen de spanningen af die ze thuis ondergaan. Het gebeurt vaak dat een kind jaloers is op de nieuwe baby en als reactie daarop kinderen op school slaat. De baby kan hij immers niet slaan. Het kan ook zo zijn dat het kind speelgoed van anderen afpakt, omdat het vindt dat het zelf onrechtvaardig weinig speelmateriaal heeft of omdat het denkt dat hun speelgoed betekent dat er van hun gehouden wordt. Hij denkt namelijk zelf dat dat bij hem niet het geval is;

beschouw jaloezie niet als iets afkeurenswaardigs. Accepteer jaloezie als iets dat bij het leven hoort. Jaloers zijn is niet negatief, de manier waarop het soms wordt geuit daarentegen wel;

accepteer het gevoel van jaloers zijn. De reactie op het gevoel, zoals gooien en slaan, hoef je niet toe te staan;

geef het kind positieve en volledige aandacht op momenten dat het zich niet jaloers gedraagt. Dit is een goed middel om de jaloezie te verminderen. Het gaat hierbij niet om de duur, maar wel om de manier waarop je het doet;

help het kind met het herkennen van de eigen gevoelens. Dit kun je doen door de gevoelens te verwoorden door bijvoorbeeld te zeggen: “Je vindt …. niet lief, omdat …. hé?”;

het bespreekbaar maken van jaloezie lukt niet altijd in iedere situatie. Kom er op een later tijdstip op terug door bijvoorbeeld een boekje voor te lezen waarin jaloezie voorkomt;

prijs het kind om de dingen die het al kan. De kans bestaat dan dat het kind minder jaloers wordt op wat andere kinderen al kunnen en mogen;

versterk het gevoel van eigenwaarde van het kind door het dingen zelf te laten doen;

laat in je aanpak weten dat eik kind uniek is. Dit is een begin om rivaliteit en jaloezie onder controle te krijgen. De kinderen weten dat je rekening houdt met onderlinge verschillen;

ga kinderen niet onderling vergelijken;

negeer zoveel mogelijk de statussymbolen die in de groep “in” zijn. Laat merken dat immateriële zaken belangrijk zijn;

Bovengenoemde informatie is met toestemming afkomstig van GGD-Flevoland. In bijna alle gevallen kunt u voor “leerkracht” ook “ouder” lezen.

Omhoog